Grondwerk (door Sylvie V.) 

Terug naar sport

Omdat een afwisselende training voor zowel ruiter als paard erg bevorderlijk kan zijn, is één van de mogelijkheden grondwerktraining. Naast het rijden is grondwerk een leuke afwisseling. Longeren, balkjes lopen en spelletjes spelen kunnen de aandacht van uw paard een stevige boost geven!

Een veelzijdige africhting vergroot de geestelijke en lichamelijke toestand van het paard. Zowel ruiter als paard hebben hier veel voordelen bij. Je leert elkaar kennen op een nieuw gebied, het vertrouwen wordt aangesterkt en de communicatie krijgt een goeie basis.

Beginners kunnen tijdens grondwerktraining vertrouwd raken met de natuurlijke bewegingen van een paard, zo krijgt de beginner van de start zelfvertrouwen en snapt hij beter wat het paard nu eigenlijk echt is, terwijl het paard ook de ruiter beter leert kennen. Ook onzekere of bange ruiters kunnen zo in een ontspannen situatie opnieuw beginnen met het opbouwen van een goeie samenwerking.

Vaak wordt grondwerk vergeleken met vrijheidsdressuur (ook bekent onder de naam “natural horsemanship”). Het paard wordt met zo weinig mogelijk hulpstukken aan het werk gezet. In dit deel volgen enkele mogelijke oefeningen voor beginners, binnenkort volgen ook de meer gevorderde oefeningen.

Waar je ook begint, een goeie basis en verstandshouding is enorm belangrijk. De veiligheid van u en uw paard staan voorop!

Een goede start van vrijheidsdressuur begint bij, gehoorzaamheid aan het halster. Wanneer een paard gehoorzaam en rustig is wanneer het wordt meegevoerd aan de hand, verminderen de kansen op uitbreken en zal het paard minder gestresseerd zijn omdat het u volledig vertrouwd.

Oefening 1:
Van halt houden naar stap, het klinkt misschien makkelijker dan het werkelijk is. Belangrijk is de stemhulp, zeg luid en duidelijk het commando dat u wenst te gebruiken als het paard voorwaarts moet gaan (bv. “Stap!”). Daarna zet u zelf een grote stap naar voren, wanneer het paard u niet uit zichzelf volgt mag u een kleine tik met de zweep op de achterhand geven. Laat het halstertouw of ketting iets doorgangen.

Oefening 2:
Vanuit stap halt houden. Zeg opnieuw met een duidelijke rustgevende stem het commando dat u wenst te gebruiken om het paard te laten halt houden (bv. “hooo!” of “halt!”.) Ga vervolgens met je schouder voor je paard lopen om hem te laten halt houden. Reageert hij niet op dit teken en blijft hij doorlopen, houd hem dan tegen met het touw door een één maal aan te trekken, net hard genoeg zodat hij onmiddellijk stilstaat.

Oefening 3:
Achterwaarts gaan. Laat het paard halt houden (zoals hier boven beschreven) en heeft hem opnieuw een stemcommando (bv. “Terug!”) terwijl je ondertussen ritmische duwtjes tegen z’n borst geeft. Laat hem 1 stap achteruit gaan en herhaal de commando’s zodat hij met een gelijkmatige stap achterwaarts blijft gaan.

Oefening 4: Wendingen. Hier is het de bedoeling dat het paard u nooit voor de voeten loopt, al gaat u links of rechts. Hou een vlotte stap aan en laat het paard naast u meelopen aan het halstertouw. Wanneer u een wending wenst te maken naar de kant waar het paard zich bevindt, kan u hem hierover waarschuwen door opnieuw een stemcommando te gebruiken (bv. “Wenden!”) en/of door de vrije hand wat hoger in de lucht te steken, zodat het paard wegdraait van die hand.

Welke oefeningen u ook uitprobeert, het aller belangrijkste blijft veiligheid. Herhaal zonodig alle oefeningen tot deze volledig verlopen zoals je het zelf wilt. En wat er ook gebeurt, als u het respect voor uw paard niet verliest, zal uw paard u zeker ook respecteren!
(Idee gehaald uit: “ABC van het grondwerk” door Angelika Schmelzer. Bewerkt door: Sylvie V.)

Top