los lopen: 

Terug naar sport

Na de eerste oefeningen aan de longe, begint u zich op uw gemak te voelen. Het is tijd om de vrijheid te proeven en uw eerste stappen los te doen.

Alvorens te gaan lopen, moet u uw positie controleren. U zit goed voorop in het zadel, rechte rug en uw benen hangen mooi naar beneden. Uw armen zijn licht gebogen, terwijl de teugels zich in het verlengde bevinden van uw onderarmen.

Goede zit: men kan langs uw schouders, heupen en hakken een verticale lijn trekken.

Om het paard in stap te laten gaan oefent u stevige druk met de kuiten uit. Als u de benen geeft zonder de handen 'mee te geven' geeft u twee tegenstrijdige opdrachten!

Op de hoefslag: Om uw paard op de hoefslag te houden, moet u de buitenste teugel (bevind zich aan de kant van de omheining) iets korter houden.

Als u uw eerste wapenfeiten op de baan achter de rug hebt, is het tijd om met andere ruiters samen te rijden. Voor beginnelingen is het gemakkelijker om samen met anderen te rijden. Vooraan rijdt een wat meer ervaren ruiter, uw paard zal meestal het paard dat voor hem loopt volgen.
Vooral niet doen: zodra het paard zijn pas versnelt, heeft de ruiter de neiging aan de teugels te trekken door zijn handen naar zich toe te trekken. Door dit te doen, trekt hij zich samen en buigt voorover. In die positie kan men de schokken niet meer opvangen.
Het paard op zijn beurt reageerd op de strakke hand door zich te verzetten (hij beweegt het hoofd, doet het abrupt omlaag, gaat sneller lopen..)

Pas op: een paard dat bokt (naar achteren schopt) kan ernstige blessures bij een paard of een ruiter veroorzaken. Het is daarpm verstandig om altijd afstand te houden: 1.50 tot 2m tussen alle paarden.

Top